The Bridge of Life Strategic
Blindness.
Sommige strategische
overtuigingstechnieken zijn goed ingeburgerd bij reclamemakers. Het is dan ook
ontstellend dat diezelfde makers ze niet opmerken als ze ook binnensluipen in
een campagne en zo het campagneresultaat tegenwerken. Dit stuk bespreekt hoe social
proof werkt en hoe het ook vaak binnensluipt in goed bedoelde campagnes die
onwenselijk gedrag proberen tegen te gaan.
Samsung's Bridge Of Life (Source: odt.co.nz) |
Zomertijd
betekent voor heel wat reclamemakers weer even op adem komen na de hoogmis van
de creativiteit eind juni in Cannes. Tal van prijzen zijn er weer verdeeld voor
allerlei reclames en andere vormen van marketingcommunicatie. Sommigen kunnen
mooi pronken met een leeuw, anderen bezinnen zich of bestuderen nog enkele van
die winnende cases. Nog anderen denken “ach, leuk wel die campagnes, maar of
het echt werkt…?”. Die spanning tussen creativiteit en effectiviteit maakt al
decennia deel uit van het circus. En
inderdaad reclame die prijzen wint, hoeft niet noodzakelijk beter te werken.
Mensen schijnen zulke reclame wel beter te onthouden, maar aankoopintenties of
zelfs attitudes ten aanzien van het merk blijken er niet echt beter mee
geholpen te worden dan via gewone reclame die niet in de prijzen viel (Till
& Baack, 2005).
Het strategisch repertoire
Dus,
creativiteit is lang niet altijd strategisch sterk. Maar ook strategen zijn
zelf niet altijd strategisch sterk. Tuurlijk, als een campagne het goed doet,
dan is er wellicht een strategische verklaring voor handen. En soms werkt een
campagne inderdaad omwille van een bedoelde strategische ingreep. Zo zie je
tegenwoordig nogal wat behavioral
advertising opduiken geïnspireerd door het hele idee van nudging (Sunstein & Thaler, 2012).
Uitgaande van subtiele beïnvloeding via een overdacht ontwerp van de omgeving
(bijvoorbeeld een website) wordt de kans vergroot op een bepaald gedrag (zoals
een aankoop, een click, etc.).
Een
ander populair repertoire om strategisch te beïnvloeden is dat van Cialdini’s persuasive principles. Op basis van veldwerk en academisch onderzoek
vatte Cialdini de verschillende verkoopstechnieken samen als zes principes. Hij
beschreef dat uitgebreid (bv. Cialdini, 1993), maar ook heel bondig en er is
zelfs een heel mooie Youtube versie Oorspronkelijk ging het
om typische situaties waarbij één iemand een ander probeerde te overtuigen in
een één-op-één context, maar intussen weten we dat die principes vaak ook hun
subtiel effect kennen in massacommunicatie zoals bij reclame.
Op een rijtje
zijn dit de zes principes die Cialdini beschrijft:
-Liking: Mensen worden makkelijker
overtuigd als ze van de ander houden, bijvoorbeeld omdat ze een verbondenheid
voelen met die persoon.
-Reciprocity: Mensen worden makkelijker
overtuigd als ze het gevoel hebben dat ze ook iets terugkrijgen. Geef je alvast
een cadeautje, zoals een extra korting, dan happen ze sneller toe.
-Social Proof: Mensen worden makkelijker
overtuigd door iets waarvan ze geloven dat anderen het ook goed vinden.
Suggereer je dat veel anderen je product kopen, dan stimuleert dat verkoop.
-Consistency: Mensen willen niet te
wispelturig zijn en volgen eerdere (publiek) geuite opinies of gedragingen. Kan
je ze herinneren aan hun eigen merktrouw, dan kan dat verdere trouw stimuleren.
-Authority: Mensen zijn geneigd om
overtuigd te worden door wie ze als expert beschouwen. Als tandartsen het echt
aanraden, dan zullen ze die tandpasta wel overwegen.
-Scarcity: Mensen willen wat maar beperkt
beschikbaar is. Misschien willen ze uniek zijn of willen ze gewoon niet dat hun
vrije consumptie beperkt wordt.
In
nogal wat reclames en andere marketingcommunicatie zie je deze mechanismen
terugkomen. Bijvoorbeeld, als er een talking
head in een reclame zit, dan is die ofwel van het type waar we collectief
in het beoogde segment van zouden houden of van het type dat we collectief wel
wat expertise toedichten. Niet dat de consument dan massaal de winkel zal
plunderen voor het geadverteerde goed, maar het helpt wel.
Social proof
Als
het om echt strategisch inzicht gaat, dan is social proof toch veruit de meest hype van deze zes de laatste
jaren. Het principe is echt eenvoudig. Hoe meer iets gesteund lijkt te worden
door anderen, des te groter de kans dat we het ook zullen overwegen. We vinden dit
op vele plekken terug. Review websites staan vol social proof voor of tegen producten of diensten. Tellertjes bij
online krantenartikels houden bij hoe vaak een artikel al gedeeld werd. Om
iemands professionaliteit in te schatten kijken we naar het aantal LinkedIn
contacten en op Twitter schatten we via het aantal volgers of gedeelde volgers
hoe interessant het zou zijn om een account te volgen. Als een Youtube campagne
viraal gaat en dus al veel views heeft gehaald, wordt de kans meteen groter dat
anderen het ook willen zien en delen. Als een Facebook post veel likes en
commentaren heeft, dan gaan we er wellicht meer aandacht aan besteden.
Maar
je kan dit dus ook als strateeg tactisch inzetten in je campagne. Suggereer je
dat iets heel populair is of breng je de echte populariteit wat duidelijker
onder de aandacht, dan kan je nog meer aandacht genereren. Een mooie campagne
in België die daar deels op steunde was die van Boondoggle voor de Rode Duivels:
de Duiveluitdagingen. Elk van die uitdagingen betrok een doelpubliek van de
nationale voetbalploeg in de periode voor een volgende kwalificatiewedstrijd.
Die uitdagingen waren echter telkens van die aard dat ze ook een nogal publieke
reactie veroorzaakten die ook in beeld gebracht kon worden. Zo suggereerden de
makers dus tegen elke volgende campagnepiek een sterke social proof.
Het werkt!
Het
is trouwens helemaal terecht dat campagnemakers social proof inzetten als overtuigingsstrategie. Tal van
academische onderzoeken, zowel in het labo als in diverse toegepaste settings,
tonen dat mensen inderdaad beïnvloedbaar zijn door zulke sociale informatie.
Alleen gebruiken academici er dan een andere term voor. Als je dus wat meer wil
weten over hoe het werkt, kijk dan vooral naar onderzoek over “descriptieve
normen” (descriptive norms). Daarmee
duiden onderzoekers ook op het verschil met andere, injunctieve normen. Die
laatste vertellen wat er van je verwacht wordt, terwijl descriptieve normen
juist uitdrukken wat de collectieve gedragsnorm lijkt te zijn. En blijkbaar
zijn we voor die descriptieve normen heel gevoelig terwijl je voor die echtere
injunctieve normen mensen eerst heel bewust aan het denken moet krijgen voor
die een duidelijker effect hebben.
Descriptieve
normen werken veel subtieler, als een communicatieve nudge. Door hen in je boodschap te stoppen worden mensen zonder er
bij stil te staan meer overtuigd van je boodschap. Ook dat blijkt uit
onderzoek. Zo vonden Nolan en collega’s (2008) bijvoorbeeld dat descriptieve
normen heel voorspellend waren voor energie-besparend gedrag hoewel hun
respondenten die normen juist de minst belangrijke reden voor hun eigen gedrag
beschouwden.
Bridge of Life
Social proof werkt dus, maar het werkt
ook altijd, niet alleen wanneer we het bewust inzetten om anderen te
overtuigen. En daar knelt het schoentje. Wanneer je in een vergadering laat
vallen dat het jammer is dat er zo weinig reactie kwam op je oproep, dan maakt
dat meteen duidelijk dat het niet reageren blijkbaar de norm is. Zulke niet
bedoelde flaters waarbij een sociale norm een onbedoeld gedrag in de verf zet,
komen ook vaak terug in campagnes.
Een
wel heel pijnlijk voorbeeld zien we bij de Bridge
of Life. Het betreft de Mapo brug, één van de vele bruggen in Seoul over de
Han. Zuid-Korea heeft de hoogste zelfmoord cijfers van alle OECD landen en net
deze ene brug in Seoul bleek een “populaire” plek te zijn voor suïcide. Dat
inspireerde Samsung Life Insurance (met
Cheil Worldwide) tot een campagne waarbij de brug heringericht werd, met
inspirerende boodschappen, noodtelefoons en meer van dat. Het creatieve luik
van de campagne sloeg in als een bom. Prijzen op zowat alle grote
reclamefestivals, met als klap op de vuurpijl prijzen in 2013 in Cannes (voor
design, direct marketing, outdoor, PR en promotie; met een Titanium award).
Maar
wat deden ze dan fout bij deze campagne? Iedereen die een beetje begrijpt hoe social proof werkt, zou nu al moeten
weten dat je best niet te duidelijk maakt dat een onwenselijk gedrag zoals
suïcide zó populair is dat je er een hele brug voor herinricht. De cijfers
liegen er dan ook niet om. De Wall Street Journal blog (http://blogs.wsj.com/korearealtime/2013/11/08/seoul-bridge-of-life-still-attracts-suicide-attempts/) suggereert dat het eerste
jaar na de renovatie het aantal zelfmoordpogingen op de brug toenam van 15 naar
65 en die cijfers blijven nu ongeveer stabiel. Voor heel Zuid-Korea blijft het
aantal suïcides alarmerend hoog, hoewel er een lichte dalende tendens was.
Ook
dichter bij huis zien we campagnes die dezelfde fout maken hoor. In België
lanceerde de spoorwegbeheerder Infrabel bijvoorbeeld een campagne om mensen te
waarschuwen dat het in de buurt van een spoorweg onveilig vertoeven is (“Het
leven is een omweg waard”). We zien een romantisch jong koppeltje gedurende 18
seconden voordat de jongen in de laatste seconden verpletterd wordt door een
trein. De impliciete boodschap? Het is fijn in de buurt van de trein, maar pas
op. Dat is niet wat de opdrachtgever wil natuurlijk, want die wil mensen juist
weghouden.
Het
tijdschrift Klasse, voor leerlingen en leraars, lanceerde een anti-pest
campagne met de titel “Vies Wijf”. Het filmpje duurt een minuut en gedurende 53
seconden zien we heel wat mensen stereotyperende harde opmerkingen maken waarna
de boodschap komt dat dit hard is en we dus ook online wat beleefder tegen
elkaar moeten zijn. Ook hier weer gaat het om een onwenselijk gedrag waarvan de
campagnemakers het eerst in de verf zetten dat toch heel wat mensen zulk gedrag
stellen.
In
Nederland, tot slot, zorgen de SIRE campagnes ter preventie van
vuurwerkongevallen jaarlijks voor soortgelijke voorbeelden. De meeste van de
filmpjes maken de populariteit van het onwenselijke gedrag duidelijk. Ze tonen
vaak hoe grappige, normale, aantrekkelijke, of andere breed herkenbare
doelgroepen vuurwerk gebruiken als een essentieel onderdeel van het
eindejaarsfeest. En daar lijkt de campagne ook telkens weinig problemen van te
maken. Alleen moet het wel veilig gebeuren. Maar dat de campagne zo ook reclame
maakt voor het gebruiken van vuurwerk en zo impliciet de kans op ongevallen
verhoogt, is opnieuw een voorbeeld van social proof.
Meer weten?
Cialdini Robert, B. (1993). Influence: Science and
practice. New York, NY: Harper
Collins.
Cialdini, R. B. (2001). Harnessing the science of persuasion. Harvard Business Review, 79(9), 72-81.
Nolan, J. M., Schultz, P. W., Cialdini, R. B., Goldstein, N. J., &
Griskevicius, V. (2008). Normative social influence is underdetected. Personality and Social Psychology
bulletin, 34(7),
913-923.
Sunstein, C. R., &
Thaler, R. H. (2012). Nudge: Improving
Decisions About Health, Wealth and Happiness. Penguin UK.
Till, B. D., & Baack, D. W. (2005). Recall and Persuasion: does
creative advertising matter?. Journal of Advertising, 34(3),
47-57.
No comments:
Post a Comment